Vegen

Door Johan van de velde

Als jongen van veertien jaar oud ging ik vakantiewerk doen bij de Spar in Almelo (1975).

De eigenaar van de supermarkt is meneer Klaassen. We kunnen het goed samen vinden vooral nadat ik het magazijn en de opslagplaats had opgeruimd en schoongeveegd.

Hij ziet mij de laatste hand leggen aan het karwei en zegt tegen mij: ‘Ik heb nog nooit iemand zo zien vegen, je laat werkelijk niets liggen, geweldig!’

Vanaf dat moment is het mij een eer om dat te doen.

Een paar dagen later vraagt hij mij om de hele parkeerplaats en het trottoir voor en naast de winkel schoon te maken.

‘Neem er alle tijd voor want nadat het een paar maanden geleden opnieuw bestraat is, is het vaak genoeg geveegd maar nooit helemaal goed want de zandsporen zie je nog steeds in de winkel. Het knasperende geluid van het zand wat tussen de wieltjes op de tegelvloer wordt steeds  irritanter, ik denk dat wanneer iemand het honderd procent schoon kan krijgen jij dat bent.’

Dat voelt geweldig om zo gewaardeerd te worden en diezelfde dag na werktijd, ik kon niet wachten, ben ik er urenlang mee bezig. Drijfnat van het zweet veeg ik zelfs de straat voor de winkel nog extra mee.

De volgende morgen kom ik op het werk en meneer Klaassen houdt mij tegen en zegt: ‘Wat heb je nu toch gedaan, het is helemaal schoon, er ligt geen korreltje zand meer.’

Wanneer je dit kunt is alles mogelijk, wie zo werken kan laat niets liggen en is altijd klaar.